Tien leerlingen van Jezus hebben hem gezien. Na zijn dood. De elfde, Thomas, was er niet bij. Hij gelooft er niets van. ’Laat hij mij zijn wonden tonen’, zegt hij. ‘Ik wil ze aanraken. Dan pas kan ik jullie geloven.’ Dan staat Jezus in hun midden. ‘Raak mijn wonden aan’, zegt hij tegen Thomas.
Wat doen wij met onze wonden, onze littekens? Durven we ze te laten zien?
Kun je de wonden en littekens van anderen onder ogen zien? Van de wereld? Van Jezus?
Daar niet van wegkijken, niet voor terugschrikken?
En toch Pasen vieren. Opstaan en leven.
Met onder andere:
‘De Opgestane is de mens met de wonden. Het is niet een volmaakt lichaam dat oprijst uit het graf. Het is het lichaam dat beschadigd is aan het leven. Het draagt de merktekens van haat, afwijzing en verwerping. Maar: dit lichaam is meer dan de wonden. Op Paasmorgen staat er een mens op en geen slachtoffer. Die Mens toont het leven zoals het is. Niet alleen het perfecte. En al helemaal niet het heldhaftige. (…)
Ik wil een heel mens zijn. Een mens die dit prachtige leven omarmt. En zijn wonden kent.’
Ferdinand Borger