Run, run

De eenzame loper in het park, op de landweg of langs de rivierkade herinnert me aan de tijd dat ik nog zelf hardliep. Lange afstanden vooral. Toen mijn knieën het nog goed deden, was ik regelmatig in training voor een marathon. Dat is verleden tijd. Had ik maar meer aan mijn looptechniek moeten doen. Ik stampte als een olifant. Maar in mijn herinnering heeft het lopen vooral iets lichts. Ik ging mijn eigen weg in mijn eigen tempo. Als ik een probleem had op mijn werk, kreeg ik vaak al lopend goede ideeën over hoe ik ermee moest omgaan. Als het schrijven niet lukte, deed ik mijn hardloopschoenen aan en ging op weg. Teruggekeerd was het stuk in mijn hoofd klaar. Nou ja, meestal dan. Gun het mij mijn loopverleden wat te idealiseren.

Hardlopen is bijzonder populair. Overal zie je lopers aan de gang, lichtvoetig of log, gracieus of grappig. Wat houdt deze mensen aan de gang? Vermoedelijk de wens gezonder of slanker te worden. Wat niet altijd het resultaat is; getuige mijn knieën. Maar er is meer dan dat. Afstand. Vrijheid. Alleen zijn met je eigen gedachten, die bij elke stap helderder lijken te worden.

De eenzame loper staat voor mij voor innerlijke onafhankelijkheid. Wie alleen gaat joggen, hardlopen of wandelen, ervaart een fysieke vrijheid van beweging waarin ook een innerlijke vrijheid kan opbloeien. De afstand tot het huis, het werk en anderen creëert een innerlijke afstand van de druk die deze vaak opleveren. Vrijheid van beweging en vrijheid van geest gaan samen.
Jeroen Jeroense schrijft in zijn boek over spiritualiteit ̶ God is hier en nu ̶ over een hardloper. Wanneer hij zijn hardloopschoenen aantrekt, betreedt hij een andere wereld. Het aantrekken van sportkleren breng een metamorfose tot stand: je bent niet meer de onderwijzer, de student of de manager. Wie begint hard te lopen, loopt in zekere zin naar zichzelf toe. Zoals de hardloper zelf zei: ‘Iedere stap brengt je verder van problemen en dichter bij jezelf.’

Enige tijd geleden schreef Léon Hansen in dagblad Trouw een artikel over hardlopen, getiteld ‘Pelgrim van de leegte’. Hij vertelt over een ontmoeting met Dirk van Weelden, auteur van diverse boeken over hardlopen. Hansen vroeg hem of hij meedeed aan de Dam tot Damloop. Van Weelden schudde het hoofd: ‘Mij veel te druk.’ Hansen geeft hem gelijk. ‘In de kern blijft het lopen een daad van non-conformisme, geboren uit het verlangen naar vrijheid en fysieke en mentale gezondheid. De essentiële loopervaring is dan ook niet uit je dak te gaan als je in Zaandam met z’n tienduizenden als schapen over de finish wordt geleid, maar als je in de stille natuur van de Texelse duinen of in de kristallen vrieskou van Central Park, aan de voet van vorstelijke wolkenkrabbers, uit de dwangbuis van het burgermansbestaan springt en als een speer vooruit knalt.’

Stephan de Jong is predikant van de Protestantse Gemeente Bussum en redactielid van Open Deur.