De kunst te kunnen wachten

Waaraan besteed ik mijn tijd? Vooral aan slapen, zo ongeveer dertig procent van mijn tijd. Werken zal vijfentwintig procent van mijn tijd nemen. Eten? Ik schat rond de vier procent. Hoeveel tijd ben ik bezig met wachten? Geen idee. De ene dag meer dan de andere. Voor mijn gevoel is het verloren tijd. Ik wacht niet graag. Er zit een onbestemde drang in mij om te doen. Die drang welt ergens uit diepe, donkere bronnen in mij op. Waartoe dit doen? Om gelukkiger te worden? Mijn tijd vullen om mijn leven te vervullen? Of maakt dat doen mij tot iemand en niets doen tot niemand? Dat zal allemaal wel meespelen.
Wachten is mijn vijand. Zou ik er bevriend mee kunnen raken? Als dat zou lukken, dan zou ik misschien gelukkiger zijn, een meer vervuld leven hebben en iemand zijn zonder er voortdurend naar te hoeven streven iemand te worden. De kunst te kunnen wachten blijkt waardevoller dan ik dacht. Wanneer ik die kunst zal beheersen? Daar wacht ik nu maar op.

Stephan de Jong is predikant van de Protestantse Gemeente Bussum en redactielid van Open Deur.